Enno de Kroon
Naar aanmeldformulier
Naar de homepage van Arttrack.nl

Piet Heijnsplein 45
3024RJ  Rotterdam

 
 
- VORIGE PAGINA -

Eierkubisme

In mijn recente schilderwerk gebruik ik de structuur en het reliëf van eierdozen. Een eierdoos heeft geen skelet of spieraam. De functionele structuur waarin zij is gegoten bepaalt haar stevigheid. Leeg lijkt de doos vooral op een molecuulachtig grid. De te beschilderen beeldvlakken tonen ook overeenkomsten met een digitale pixelstructuur; de componenten refereren slechts aan een gezamenlijk op te bouwen beeld dat op zichzelf weer een deel is van een grotere werkelijkheid. Zonder haar functie is de verhouding van een lege eierdoos tot de werkelijkheid zoek. Als schilder beschouw ik haar als een driedimensionaal object met opmerkelijke mogelijkheden.

De golven van de eierdoos begrenzen de kijker in zijn waarneming en maken hem bewust van zijn positie ten opzichte van het beeldvlak. Deze beperking van subjectieve waarneming wordt versterkt doordat diverse vlakken van het beeld elkaar overlappen of soms juist onderbreken. Daardoor heeft de kijker ruimte voor ver-beelding en herinnering: het proces van occlusie[1]. Deze mengvorm van directe en indirecte perceptie doorbreekt de conventionele beeldvorming. Zij leidt in eerste instantie tot een fysieke en mentale incompleetheid, die alleen overwonnen kan worden door een proces van integratie. Alleen in de innerlijke ervaring, los van tijd of ruimte, kan zo'n integratie van zichtbare en geoccludeerde gedeelten van de eierdoos plaatsvinden (cf. de Januskop die gelijktijdig naar heden en toekomst kijkt).

De ongebruikelijke reliëfstructuur vermenigvuldigt het aantal mogelijk waar te nemen beelden op welhaast exponentiële wijze. Dat dwingt zodoende tot actief kijken: tot het voortdurend wisselen van standpunt en focus. Daarbij komt dat de werkelijke en ook de gerepresenteerde ruimte tijdens de waarneming op elkaar inwerken. Je zou kunnen zeggen dat het totaalbeeld hiervan slechts gesublimeerd in de geest van de beschouwer een plek krijgt. De gestaltpsychologie stelt dat de menselijke waarneming naar compleetheid streeft; waarnemingen worden onbewust aangevuld. De beschilderde eierdozen nu lokken als het ware een bewuste aanvulling uit. De beeldvorming die plaatsvindt, als ook de relatie tussen beschouwer en object, zijn te kenschetsen als dynamisch. De eierdozen stellen zodoende vragen bij de perspectief, die door Panofsky is gekenschetst als een symbolische vorm.

De objecten refereren niet alleen aan zichzelf maar ook aan elkaar als serie; het grid lijkt dóór te kunnen lopen. Ook de werkelijke ruimte waarin de toeschouwer zelf zich bevindt zou hiervan onderdeel kunnen zijn. Hoewel de eierkubistische werken relatief klein zijn hebben zij door hun beschildering toch grote invloed op de wijze waarop de ruimte eromheen wordt ervaren. De verrassende vorm en de onverwachte vervormingen doen denken aan flexibele tentakels, zij scherpen daarmee onze eigen visuele tactiliteit.




[1] Het proces waardoor men bijvoorbeeld twee halve paarden achter een boom toch als één paard ervaart.

 


Arttrack ©