De tekeningen van Sandra Kruisbrink zijn fragiel, lichtvoetig en associatief. Haar intuļtieve werkwijze wint het steeds van rationele benadering, omdat zij zich gewillig laat meeslepen door waarnemingen en de gedachten die daaruit voortvloeien. Zo ontstaan onwerkelijke landschappen - altijd in vogelperspectief - die vertrouwd genoeg zijn om een realistische associatie op te roepen, maar ook 'vervormd' genoeg om er nieuwe werelden van te maken. Zo zwerft Kruisbrink in haar werk heen en weer tussen de beeldtaal van realistische luchtfoto's en romantische vergezichten. Voor de toeschouwer is het een ideaal gebied om in te dwalen en verdwalen.
Uit Kunstbeeld 4, Maart 2005
|
| 2005 |
|
|