[tekst: Peggie Breitbarth
foto’s: Daniel Levi]
Daniel Levi: van modder iets moois maken
“Ik ben maar
een keramist”. Daniel Levi zegt het niet om het vak neer te halen, eerder uit
ontzag voor zijn materiaal. “Aards, grondig, oud”, zijn de woorden die bij hem
opkomen als het het heeft over zijn passie voor klei. Hij citeert Jan van der
Vaart, die hem - nu bijna twee decennia terug - op de Rietveldacademie inwijdde
in de geheimen van het vak en die altijd zei “ ‘t Is maar
modder”. Hij herinnert zich als de dag van vandaag hoe Van der Vaart bij een
evaluatie vroeg: “waarom staat dat beeld scheef?” “Dat ligt niet aan mij, dat ligt aan de klei”, antwoordde Levi. Van
die vormeloze modder iets moois maken, dat is de uitdaging waarvoor hij zich
gesteld ziet.
Het atelier geeft op het eerste gezicht niet veel prijs. Of het moest de
enorme verzameling mallen zijn, die links en rechts opgestapeld liggen in de
schappen langs de wanden. Voltooid werk is er nauwelijks te ontwaren, wel
enkele stukken in wording, ingepakt tegen uitdroging. “Te weinig ruimte om hier
van alles neer te zetten”, verontschuldigt Daniel Levi zich. Maar hij heeft
voor deze ontmoeting wel een en
ander naar het atelier teruggehaald.
Between Michu en Picchu komt uit de verpakking.
Bij eerste aanblik een gebouw in het groen. Bij nadere kennismaking zien we het
hoofd van de Boeddha, een kleine rode helikopter, een granaat…
Architectuur is zijn
voornaamste inspiratiebron en dan met name de chaotisch aaneen gegroeide
architectuur van Jemen. Die liefde moet hem letterlijk met de paplepel
ingegeven zijn; het is namelijk het land waar zijn ouders vandaan kwamen.
Hijzelf is geboren en getogen in Israel, studeerde in Nederland en Engeland en
werkt sinds 1991als zelfstandig kunstenaar in Amsterdam. Als tweede
inspiratiebron noemt hij het reizen. Landschappen en culturen leren kennen,
mensen ontmoeten, vakgenoten opzoeken als het even kan. Zijn cv toont een
indrukwekkende lijst van bezochte landen, vaak in combinatie met gastlessen,
workshops, een verblijf als artist in residence en tentoonstellingen. In Between Michu en Picchu komt de
ervaring van reizen naar Myanmar en Peru samen.
Vervolgens haalt hij Zeester
tevoorschijn, een beeld uit
de serie die hij na verblijf op de Nederlandse Antillen maakte. In eerste
instantie lijkt het alsof er sprake is van een breuk; architectuur is immers
vervangen door natuur. Maar als hij zegt dat de architectuur zijn grootste
inspiratiebron is dan gaat het hem vooral om de bouwsels die gemaakt zijn
zonder het alomvattend plan van een architect. Organische gegroeid door
generaties lange menselijke bewoning. Het koraal, de architectuur van de
onderwaterwereld ontstaat door leven en afsterven van ontelbare generaties
koraaldiertjes en het ligt voor de hand daarin een parallel te zien. Het wekt
dan ook geen verbazing dat Levi met dat gegeven aan de slag ging.
transfers
De neerslag van al
die reizen is overal in het werk terug vinden. In de eerste plaats in de series
die hij gericht ter verwerking van de nieuwe inspiratie en informatie maakt.
Daarna maken de nieuwe beelden deel uit van zij vaste bagage: het hoofd van de
Boeddha, lama’s, bananen, maïs, de cartouche van een venster, een helikoper,
kleine maskers, maar ook bouwstenen voor de architectuur en rotsachtige stenen
kunnen, indien gewenst, steeds opnieuw uit de mallen tevoorschijn gehaald
worden.
Naarmate Levi meer
stukken uitpakt wordt duidelijk dat er altijd sprake is van een stevige
architectonische basis, zoals een huis, een platform of trappen. Daarbij gaat
het om stapelingen van diverse elementen. Bovendien voegt hij graag een “on”
keramisch element toe, om het zo maar eens te noemen. Dat kan de drager zijn,
bijvoorbeeld een gietijzeren putdeksel, maar ook een glazen knikker, een
plastic poppenbeen, een verfblikje of een metalen roostertje. Het laat zien hoe
Daniel Levi gewend is om zich heen te kijken en, als het hem uitkomt,
voorwerpen te verzamelen. Op de vloer van zijn atelier liggen verscheidene
gietijzeren objecten: onder andere putdeksels en leesten.
Deze manier van
kijken past hij ook toe in zijn decoraties. Hij combineert kleuren en beelden
uit de reeksen foto’s die hij van zijn reizen meebrengt tot collages en laat
daar transfers van maken. Daarmee “beschildert” hij zijn vormen. Dat geeft in
eerste instantie een aangename kleursensatie. Wie beter kijkt herkent de
details van de foto’s , waardoor associaties en verwijzingen zich prijsgeven.
Daarnaast maakt hij gebruik van gekleurde engobes om de grote,
architectonische, vorm te ondersteunen.
Op deze wijze ziet hij kans op verschillende niveaus zijn impressies van
landen, culturen en samenlevingen weer te geven. Het werk bezit een grote
gelaagdheid, al blijft het aan de kijker de duiding te voltooien.
als fluweel
Wanneer de doeken van
het werk in wording verwijderd, worden zien we voor het eerst een menselijke
figuur. Deze figuur loopt een trap af, elders staat er een op een bouwplaats.
Hij heeft een werktuig in de hand, bij nader inzien de romp van de helikopter
uit eerder werk. Situaties noemt
Levi deze beelden. Het werk is nog maagdelijk wit. Uiteindelijk zal het met
engobe en transfer voltooid moeten worden. Levi heeft Hollandse foto’s in
gedachten, maar het is “work in pogress”, er kan nog veel gebeuren.
Levi werkt in series.
Hij heeft daarbij een globaal plan en maakt ook schetsjes, snelle notities in
woord en beeld. Toch gunt hij zichzelf de ruimte om gaande het
werkproces te experimenteren. Zo vond hij min of meer bij toeval een prachtige
combinatie van zand en glazuur, zacht als fluweel.
Het zal nog wel even
duren voor de nieuwe serie te zien zal zijn bij zijn vaste galerie Helga Hofman
in Alphen aan de Rijn. Nieuw werk heeft tijd en rust nodig. Voorlopig gaan er
eerst weer tientallen schoolkinderen kennis maken met klei. Fantastisch en
voldoening schenkend om te doen, maar het leidt af van eigen werk.
Voor dit najaar staat een bezoek aan New York op het programma. Dr. Judith Schwartz, nam zijn werk op in het boek Confrontational
Ceramics en selecteerde het
voor de bijbehorende tentoonstelling in de Westchester
Arts Council NY,
Voor de zomer staan
exposities in Kasteel de Zwaluwenberg in ’t Harde en galerie Windkracht in Den
Helder op het programma. Ondertussen blijft de wijde wereld lokken. Daniel Levi
droomt ervan zijn ontmoeting met Azië, speciaal met de tempelcomplexen van
Angkor Wat in Cambodja, voort te zetten. Om met die inspiratie nog meer moois
uit zijn modder te toveren.
|
|